SO De Wingerd
SO De Wingerd
De SO-afdeling binnen de school biedt onderwijs aan leerlingen van 4 tot en met ongeveer 12 jaar. Het SO is georganiseerd in vijf SO-groepen en een ondersteuningsgroep (SO-Geel).
De onderbouwgroep
De jongste kinderen (4 tot 7 jaar) zitten in SO-Blauw. In deze groep krijgen de kinderen tijd om te wennen aan school, om schoolkind te worden. SO-Blauw heeft het karakter van observatiegroep en biedt spelbegeleiding aan. Spel en spelen zien wij niet alleen als een manier van vrijetijdsbesteding, maar vooral ook als een mogelijkheid kinderen te leren kennen, naar kinderen te kijken en de ontwikkeling van het kind te volgen en te stimuleren. Er wordt in deze groep ook actief spelbegeleiding ingezet.
Mondelinge taalontwikkeling is een belangrijk onderdeel in SO-Blauw. We werken waar nodig met gebaren uit de Nederlandse Gebarentaal. We besteden veel tijd aan communicatie met (mondelinge) taallessen, logopedie in de groep en individueel. Ook bieden we letters, pictolezen en leespraat aan. Dit doen we op een speelse manier!
De zintuiglijke ontwikkeling wordt bevorderd door allerlei vormen van spel en in activiteiten gericht op sensomotoriek, door inzet van ontwikkelingsmateriaal en door knutselactiviteiten. Met sensomotoriek wordt de waarneming in combinatie met de motoriek geoefend.
De kunstzinnige vorming krijgt aandacht in een combinatie van taal, muziek, drama en expressie. Taal- en Spraakontwikkeling vinden plaats in de vorm van vertellen, voorlezen, luisteren, gebaren en picto’s. Daarnaast wordt veel aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de zelfredzaamheid, zoals het zelfstandig naar de wc gaan, handen wassen, jas aan- en uittrekken, jas dicht doen. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de zindelijkheid. Kinderen hoeven niet zindelijk te zijn als ze bij ons op school beginnen want we werken waar nodig in overleg met ouders/verzorgers aan de zindelijkheid.
De midden- en bovenbouwgroepen
SO-Bruin, SO-Groen, SO-Oranje en SO-Wit maken deel uit van de midden en bovenbouw. Om de overgang van onderbouw naar bovenbouw vloeiend te laten verlopen, krijgen de onderdelen die in de eerste groep aan de orde komen, in deze groepen ook de aandacht.
Daarnaast vindt er een verdere uitbouw plaats, in het bijzonder op het cognitieve vlak. In het bijzonder leergebiedspecifieke doelen op het gebied van ‘Nederlandse taal’, ‘Rekenen en wiskunde’, ‘Oriëntatie op mens en wereld’ krijgen meer aandacht. Vanuit het kind gezien worden deze leergebieden langzamerhand in een bredere context geplaatst.
De ondersteuningsgroep
De leerlingen in de SO-ondersteuningsgroep (SO-Geel) hebben vanwege hun matige tot ernstige verstandelijke beperking met bijkomende problematiek, veelal een stoornis en/of syndroom, behoefte aan een veilige, rustige en gestructureerde omgeving. Vandaar dat er voor deze groepen een rooster wordt gehanteerd met verschillende vakken, maar met zo min mogelijk wisselende lokalen en steeds dezelfde docenten en klassenassistenten. Het onderwijs aan deze groep leerlingen is ingedeeld naar niveau, aansluitend bij de leeftijd. In het SO is er één ondersteuningsgroep (SO-Geel) en in het VSO zijn er twee ondersteuningsgroepen (VSO-TP1 en VSO-TP2).
O.P.P. en uitstroomprofielen
Aan het begin van de schoolloopbaan wordt er voor ieder kind door de Commissie van Begeleiding na overleg met de ouders/leerling een Ontwikkelingsperspectiefplan (O.P.P.) opgesteld, dat tenminste één maal per jaar met ouders/leerling wordt geëvalueerd. Dit ontwikkelingsperspectief geeft een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden door het instroomniveau en het verwachte uitstroomniveau met elkaar te verbinden. Op basis van een aantal gegevens over het kind, wordt er een (uitstroom-)profiel bepaald.
Er zijn 4 profielen. Profiel 1 is het laagste en 4 het hoogste niveau waarin een kind geplaatst kan worden in het ZML-onderwijs. Kijkend naar de huidige niveaus in de school, zien we dat we voornamelijk werken met kinderen in de profielen 2, 3 en 4.
In de praktijk betekent dit dat voor de leerlingen met profiel 2 de SO-Geel en de TP-groepen (VSO) vaak geschikt zijn. Hier zitten leerlingen in die, door de aard van hun beperking, beter af zijn in deze meer gestructureerde en veiliger groepen. Leerlingen met profiel 3 of 4 doorlopen vaak de route SO-Blauw, SO-Bruin, SO-Groen, SO-Oranje en SO-Wit.
Aan het einde van het SO stromen vrijwel alle leerlingen uit naar het VSO en het VSO TP binnen de school.